Geestgroen

21.3.06

Mededededeling

(Moeilijk woord)
Ik woon sinds kort in een ander huis in een wijk die nog gebouwd moet worden, met als gevolg dat internetaansluiting nog wel een tijdje duurt (niet te vergeten telefoon en televisie).
Dit is een kort bericht en ik moet jullie met verdriet mededelen dat ik niets achter zal laten tot UPC eens op bezoek komt (UPC-kennende kan dat nog wel even duren).
Maar dan zal ik gelijk een enorme reclamecampagne starten zodat het jullie allemaal duidelijk mag zijn dat A.E. weer back in the house is en ik ons weer kan verblijden met een hoop nieuwe verhaaltjes.
Tot dan, trouwe lezers!
Liefs, A.

17.3.06

Re:Fw:

*
**
***
****
*****
Fwd: Do not delete; this is true
*****
****
***
**
*
Luister goed naar mij.
*
**
***
****
*****
Scroll niet stiekem verder.
*****
****
***
**
*
**
***
****
*****
Make a wish!
*****
****
***
**
*
**
***
****
*****
En nee, ik laat 'm niet uitkomen.
Maar laten we tóch allemaal een wens doen en vooral blijven wensen voor de rest van ons verstikte leven; be careful what you wish for.
Sterren vallen, maar we moeten gefocust blijven op de melkweg.

15.3.06

Knikker

En dan typ ik en typ ik weer en kijk ik zo naar mijn korte nageltjes met die vreselijke groene nagellak en zorgvuldig aangebrachte blauwe puntjes en dan denk ik, wat typ ik toch.

Het is niet de eerste keer dat ik over mijn nagels schrijf:

De ene hand oranje
De ander wit
Of roze
Of zoiets

Volgende keer
Donkerrood
Of wel
Nep
Misschien
Zo af te nemen
(Zomer 2004)
-
Wat typ ik toch. Van gedichtjes in de zomer van 2004:

Ik denk
Dat de wereld
Helemaal geen reet voorstelt
Als je op de zon woont

Tot nog meer loze gedichtjes in de winter van 2005:

Als het hete water
Mijn nog droge huid
Betast
Staan kleine haartjes
Rechtovereind
En het water giert
Van het lachen
Als het zich een weg baant
Door het omgetoverde landschap
Naar benee


En zo gaan mijn vingers hun gang (of het nou leuk is of niet).
Gelukkig beginnen mijn lessen Poëzie volgende week.

13.3.06

Time for

Het denken houdt dus helemaal niet op bij het Nihilisme (alles zinloos). Ben ik al die tijd lui geweest dat te denken. Dank de wereld voor Hb en Nietzsche en de rest van de filosofen waar ik nog niets van snap.
Maar er is a time for work and a time for play, dus dat liet ik allemaal achter me toen ik zaterdagavond bewust de keuze maakte overgehaald te worden door vrienden om mee uit te gaan. 'Ja, maar als jij niet drinkt en iedereen is dronken, is het niet leuk.' (Ja, maar...)
-
Een kort maar wild feest waar je je twee dagen later pas alles weer van gaat herinneren.
Mikey loopt al de hele dag om me heen te miauwen, of hij ligt in de zon die door het raam het tapijt verwarmt. Eigenlijk ben ik net als hij. Aandacht, aandacht, aandacht, laat me met rust. En we doen zo ons best de dingen om ons heen te begrijpen en mee te doen om net als anderen te lijken, maar ondertussen heeft Mike nog geen vogel gevangen en jezus wat zeik ik.
Als we nou allemaal even onze monden dichthouden en naar buiten kijken.
Het is zulk prachtig weer vandaag, je hebt een mooie trui aan.

10.3.06

Hieris

(Ik heb liever dat ik helemaal niet over je schrijf, dan dat ik je verkloot met woorden, maar ik moet je vastleggen.)
Omdat er zoveel dingen zijn die ik niet van je weten wil; omdat je moet blijven zoals je nu voor mij bent.
Je rollende r. Je zachte en bijna hese stem als je me voorleest. Hoe je ogen vol kleur aandachtig kunnen kijken en een andere keer leeg alsof ze in je doolhof geen draad hebben achtergelaten om de weg terug te vinden. Zo vertederend als je kan zijn wanneer je op je hoge hakken naast me loopt. Je haren die om elkaar heen dralen en statisch plakken op je rug. Hoe ik me aan je erger als je met iemand flirt en ik je een spiegel voor zou willen houden om je te laten zien dat je echt wel mooi bent.
En ik zag je heus wel met een sjaal om je hoofd en een zonnebril voor je ogen in een Mercedes in de binnenstad van Amsterdam toen je een veel oudere zakenman aanhankelijk kuste.
Hier ben je voor mij; nu mag je me vertellen.

9.3.06

Geen honger

De voetstappen van Dochter klonken hol toen ze zich een weg baande door de lange gang die vol stond met dozen. Ze waren opgestapeld tot boven haar hoofd en maakten de doorgang twee maal zo klein als die was toen ze het huis nog normaal bewoonden. De deur kraakte erger dan voorheen, afgezien van het tuinmeubilair was het leeg in de kamer. Vader, Moeder en Zoon hadden al plaatsgenomen. Ze hadden wit plastic bestek in hun handen, voor hun stonden bordjes van papier.
'Geniet er van,' zei Dochter toen ze de tas met frituur op tafel zette, 'ik weiger deze "laatste maaltijd in dit huis" te eten.'
Zoon begon aan een kroket. 'Stel je niet aan.'
Zuchtend liep Dochter over het donkere hout naar een raam aan de voorzijde van het huis. Een kat stak de weg over. Dat hadden vele katten hem al voorgedaan, niet altijd met geluk.
Moeder begon te huilen en smeet een kaassoufflé op haar bordje. 'Ik wil ook helemaal niet weg!'
'Jíj wilde een grotere tuin.' Dochter liep naar de tafel en nam plaats op de tuinstoel.
'Hoe je het ook went of keert,' probeerde Vader.
'Ja!' was Moeders antwoord.
Zoon boog zich over het lege bord van Dochter en greep naar de mayonaise.
'Kan je dat niet vragen?'
'Ingepakt.'
'Wat?'
'Tafelmanieren.'
Dochter zuchtte en stond weer op. De gordijnen hingen er nog; de nieuwe bewoners hadden ze mooi gevonden. Haar hand gleed over de stevige stof, haar vingers rustten tussen de plooien.
'Ga eens eten,' zei Vader.
Ze keerde zich kwaad om en zag dat moeder friet op haar bord schepte. 'Ma, ik hoef niet!'
De stoel van Zoon maakte een piepend geluid toen die ruw naar achter geschoven werd. Zoon schreeuwde met volle mond: 'Dan eten we toch niet.' Nonchalant pakte hij de borden, propte ze met inhoud en al in de tas en ging voldaan zitten.
Vader en Moeder zaten besluitloos stil in hun stoel. Er was niets van hun gezicht af te lezen. Alles werd toegelaten en geregistreerd om te onthouden maar nooit naverteld te worden.
De open mond van Dochter verraadde een aangedane onschuldigheid, als een moordenaar die verontwaardigd vraagt: 'Maar u denkt toch niet dat ík – ' Ze ging voorzichtig zitten in haar stoel.
Een tijdje zwegen ze met gebogen wenkbrauwen.
'Iemand een sigaretje?' vroeg Dochter plots en hief het pakje. Twee knikten hun hoofd en Vader haalde zuchtend zijn sigaren tevoorschijn.

8.3.06

Fameus

Filemon geeft ze onhandig een paar petsen in een pornofilm. Er wordt hevig aan gelikt, gezogen en in gebeten of geknepen. Afgekneld, up gepusht, afgeplakt, beschermd en niet te vergeten, bloot gegeven voor een plastic kralenketting met Mardi Grass of een hoop gezeur. Een film wordt gelijk een kaskraker als Halle Berry een paar seconden halfnaakt in een stoel ligt (het was het waard!) en Pamela en Lolo werden echt niet beroemd om de rest van hun kwaliteiten.
Gehaat maar ook vooral geliefd.
Potverdikkie, wat je er allemaal wel niet mee kunt!
Ik wed dat er zelfs levens mee worden gered (of?).

7.3.06

Nooit meer schrijven

Vader vroeg me of ik nog geschreven had vandaag. Dat had ik. Een stuk of vier zinnen waar ik uren aan gezeten had. Briljante zinnen waren het zeker niet:

Waar haal je inspiratie vandaan?

Bijna elke dag zit ik in het studeerkamertje van mijn vader aan het bureau met de computer en het vieze toetsenbord. Het uitzicht blijft onveranderd, alleen buiten bewegen af en toe bladeren van de druivenstruik. In een hoek van de tuin staat een barbecue onder een blauw zijl en elke dag verpest deze mijn drang om te schrijven.

Ik kon het mijn vader maar moeilijk duidelijk maken dat het schrijven me soms niet zo goed af ging. Mijn vader is Koning Beargumenteren en 'ja, maar soms lukt het gewoon niet' gaat er niet in bij pápá. 'Schrijven is een baan, A.E.'

Schrijven is een baan, en toevallig ook de baan die ik gekozen heb.
Een dag in de week op school opdrachten maken is geweldig, maar daar kan het natuurlijk niet bij blijven.
Godverdomme, elke dag zit ik om tien uur netjes achter de computer met een leeg hoofd. En het schrijven gaat me steeds minder goed af. Het is vermoeiend, ook als je helemaal niets uitvoert. En ik wil niet klagen, want fysiek inspannend is het schrijven echt niet, maar verdorie hey, het kan behoorlijk slopend zijn.

De langere verhalen die ik schreef, de verhalen waar ik inkroop en doorheen worstelde, waren leuk om te schrijven. Zo hoort het, en daar heb ik dan ook een grote liefde voor. Daar kick ik op. Dat drie uren verstrijken zonder dat ik het in de gaten heb; dat mijn sigaretten me vergezellen en het zetten van koffie me bezig houdt; dat maakt 't het schrijven helemaal waard. Ik zweer je, ik kick op schrijven.

Ik heb nogal moeite het schrijven van het echte leven te scheiden. Een boel schrijvers zegt dat je als het ware twee levens leidt: een voor het schrijven en een ander voor de inspiratie. Ik denk dat alles een verband heeft met mijn verhalen en ik acht dan ook alles als schrijfmateriaal, en dán vergeet je wel eens om gewoon te doen.

Maar ik heb voor vandaag en de rest van het jaar even genoeg geschreven over het schrijven. Ik vind het vreselijk en ik hoop jullie ook. Dat is net als dat dichters niet over gedichten en dichten moeten dichten, niet alleen omdat het zo vreselijk moeilijk uit te leggen is hoe het voelt om een goed gedicht te lezen of te schrijven, maar ook omdat het me niet interesseert en ik het liever zelf ervaar dan dat ik er over lees (wat een lelijke zin, sorry). En dat moet ik toch ook weer even vergelijken met het vertellen van een droom, want hoe je ook je best doet, anderen zullen nooit begrijpen wat jij gevoeld hebt.
Ik beloof nu plechtig dat ik nooit meer dat gelul over die dromen er bij haal en Np, honestly, ik zal je (hierna) nooit meer vervelen met het citaat van Remco Campert:

Opwelling van de ziel kon je niet zomaar in rauwe vorm noteren, er bleef niets van over, zoals je ook een droom niet na kon vertellen, elke nuance ging verloren en je hield slechts een schots en scheef in elkaar gestoken geraamte over van een verhaal waar niemand wijs uit kon worden en waar niemand belang in stelde.
Uit: Een liefde in Parijs, Remco Campert (De Bezige Bij).
-
En opnieuw is het me gelukt mezelf onderuit te halen!

2.3.06

Kattig

Ik wilde hier vandaag eigenlijk de stunt van Donner afkatten, maar dat doet de rest van Nederland al voor me.
Jij en ik wachten nog steeds op bloesjes- en bikinidag, maar het sneeuwt helaas pijpenstelen. Misschien helpt het als we er over gaan rappen (ha, heb ik het lekker toch gedaan!).