Geestgroen

16.9.08

Helderheid

Sind een lange tijd kan ik weer genieten van muziek. 't Is niet dat ik er anders niet graag naar luisterde, maar 't is anders nu. Genieten, zoals ik dat twee jaar geleden echt kon. Voordat ik de rust in mijzelf kwijtraakte. Ik kan dat nu helemaal alleen, genieten van muziek, zonder iets anders te willen. En 't mag ook weer of zo.
Zelden dat ik in zo'n goed humeur schrijf.
Weet je wat ik echt niet mis? Dat ingewikkelde aantrekken en afstoten.
Dat ik boos op iemand moet zijn als hij me laat zitten op een zondag, omdat ik nou eenmaal boos hoor te zijn als hij me laat zitten; ik zag er ineens de vrijheid in.
't Een oude vriendin kwalijk nemen dat ze niks meer van zich laat horen. 't Is niet omdat ze niet meer van me houdt, maar gewoon omdat we uit elkaar zijn gegaan, wie er dan ook weg ging en wie er terug kwam.
Dus: geen puistjes meer uitknijpen, dan zie je ze alleen maar meer.
Niet om zeven uur 's ochtends de Zimbabwaan in mijn huis de schuld geven van mijn vermiste shampoo. Dat is zo makkelijk. Hij heeft het veel harder nodig dan ik.
Maar gewoon mijn geld terug vragen bij McDonalds. Me in al mijn zwarte jurkjes laten fotograferen, terwijl de fotograaf dat oude, gestreepte shirt veel leuker vindt. En de avond zelf nog leuker dan de foto's.
Ik kan jullie niet vertellen hoe ik me de afgelopen weken heb gevoeld, maar ik denk dat de verhuizing niet op een beter moment had kunnen komen.
Een paar stappen terug en even naar mezelf kijken.
Langzaam plek maken voor mij. Die was ik ergens helemaal kwijtgeraakt.
En nu er weer een plek voor mij is, kan ik ruimte voor jullie maken.
Jezus, wat voel ik me goed.

5.9.08

Gebaren, dus.

Voor het eerst naar school. Kauwgom in mijn tuinbroek. De weg kwijt geraakt van school naar mijn flat; zo'n 45 min gefietst, zwetend in de regen.
Maar ik was al lang blij dat ik weer een fiets had. Bij de verhuizing zaterdag ben ik mijn fietssleutel uiteraard kwijtgeraakt. Ik had wel 5 setjes extra sleutels, maar niet van mijn fiets. Met een slijptol het dikke ijzer opengebroken, nieuw slot gehaald en later alsnog de reservesleutels gevonden.

Mijn kamer is klein, maar al veel meer een thuis dan Apeldoorn ooit was.
Het huis is gezellig. Er wonen een Marokkaan, een Roemeense, een Zimbabwaan en ik, oer-Hollands. De Marokkaan spreekt Nederlands, maar geen Engels. De Roemeense en Zimbabwaan spreken geen Nederlands, maar wel Engels. We gebruiken veelal gebaren. Gister kwam er een jongen naar de laatste kamer kijken. Ik was razend benieuwd welke taal hij sprak, maar hij zei geen woord, ook niet toen hij zich voorstelde. Later begreep ik dat hij doof is.

Cindy and Jay hebben Gustav weer overleefd. Ze hebben geen electriciteit en een kleine lek in het dak, maar zijn beter af dan anderen. Bij de buren is het dak er grotendeels af, bij de ouders van Cindy een boom door het huis. Zijn leven nu in een caravan.

Mijn ouders en opa en oma zitten op het moment in een vliegtuig naar California. Ik ben vervuld van intense jaloezie.
Eenzelfde soort jaloezie als die opkomt wanneer ik aan Np denk. Ik heb besloten net te doen alsof zij niet weg gaat.

This too, shall pass. Wie zei dat ook al weer?