Geestgroen

12.4.07

Flarf

Ik heb zes lege shagverpakkingen voor me liggen, waarvan drie gestolen van de vader van Nee. In mijn tas vond ik lange vloei (waarom weet ik niet, ik rook geen wiet) en daarin heb ik de mot uit zes pakjes shag gestrooid en een sigaret gedraaid. Zo blut ben ik. Of eerder, zo verslaafd ben ik. Het hijst voor geen meter.
Verder drink ik rosé van mijn moeder. Ik drink nooit rosé, maar vandaag drink ik rosé. Van mijn moeder.

Mensen zeggen van mijn gedichten ze niet te snappen. Als ik uitleg dat het niet de bedoeling is dat je ze snapt, daar het er niet om gaat of je ze snapt ja of nee, dan is dat te makkelijk. Ik snap gedichten ook wel eens niet, maar de beste gedichten die ik ken, snap ik niet en dat is juist het wonder, daaraan ga ik niet pulken met ‘ik snap het niet’. Dan snap ik het toch lekker niet: (ook) een kunst om iets spannend te houden.
Wouter Godijn schreef een gedichtencyclus genaamd: ‘Hoe het gedicht “Over de verbranding van de kinderboerderij en Jeanne d’Arc” het lullige dansje in de sneeuw onder de knie probeerde te krijgen’. Het bestaat uit zestien ‘danspassen’; elke danspas vertegenwoordigt een gedicht.

Einde: een negentienjarig meisje ontmoet het vuur. De geboorte van de pijn – aaahh!

die al het andere overbodig maakt
De al beantwoorde vraag:
als het leven alleen mogelijk is ten koste van deze ontmoeting, rechtvaardigt

het leven dan de ontmoeting?
Nee. Dan had er beter niets kunnen zijn.
(Iemand voegt eraan toe: ‘Dat is geen vraag. Dat is een crematorium.’)

(Uit het gedicht DERDE DANSPAS van Wouter Godijn, Kamermuziek of de weg naar de onverschilligheid, Uitgeverij Contact)

Ik begrijp ergens wel dat de cylcus gaat over de verbranding van de kinderboerderij en Jeanne d’Arc en een dansje in de sneeuw, maar uiteindelijk word ik er geen drol wijzer van. O, wat is het een spannende bundel!

Ooit zei mijn leraar over mijn poëzie: ‘Geweldig, maar je begrijpt dat het niet verkoopt.’
Ik kots op begrijpelijke poëzie. Bloemetjes en bijtjes. Zachte eitjes. Fuck off.

Laatst heb ik
geflarft.
Voor het eerst snapte ik mijn eigen gedicht niet. O, o, spanning en sensatie!
Dan wil ik niet begrijpen dat het schrijven van gedichten, nooit voor mijn sigaretten gaat betalen.